Skip to main content

Binnenkort is het zo ver. Vanaf 7 juni is (het overgrote deel van) de nieuwe "VERORDENING (EU) 2021/782 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 29 april 2021 betreffende de rechten en verplichtingen van treinreizigers" van toepassing, als vervanging van de oude (huidige) verordening 1371/2007.

Het opvallendste verschil heeft m.i. betrekking op het handelen bij vertraging: bij een vertraging van 60 minuten of meer heeft een reiziger als de vervoerder na 100 minuten niets heeft geregeld het recht om zelf alternatief vervoer te regelen en moet de vervoerder de hiervoor gemaakte kosten vergoeden, wat NS op tot op heden vrij consequent weigerde.

Inmiddels heeft NS ook een aanpassing van haar voorwaarden (AVR-NS) gepubliceerd die op dezelfde datum in werking zullen treden waar dezelfde mogelijkheid in is toegevoegd.

In de AVR-NS wordt echter meer gewijzigd, waarbij mij opvalt dat het voortaan mogelijk wordt in plaats van de GTBV-regeling een vergoeding bij vertraging op grond van deze verordening te doen. Ik vrees dat de GTBV-regeling daarmee niet meer te zien zal zijn als nadere invulling van de regeling uit de verordening.

Gaat NS dit gebruiken om bij een claim o.b.v. de GTBV-regeling bijvoorbeeld niet meer gebonden te zijn aan betaling binnen dertig dagen? En zullen deze betalingen dan zo traag blijven worden gedaan als (nu nog strijdig met de huidige verordening) op dit moment? Dan moeten reizigers dus effectief gaan kiezen of ze hun held op een redelijke termij willen zien, of dat ze de hogere bedragen bij minder vertraging uit de GTBV-regeling willen ontvangen. Die zijn namelijk aanzienlijk gunstiger dan eisen uit de (oude en nieuwe) verordening.

Daarnaast wordt in de AVR-NS het criterium dat moet zijn in- en uitgecheckt om een beroep op de GTBV-regeling te kunnen doen deel van de definitie van een geldig vervoerbewijs. Zou men hiermee onder de eerdere conclusie van de geschillencommissie dat dit als te veel vertraging voor vertrek naar het station al bekend was een onredelijke eis was uitkomen? En betekent dat dat reizigers in die situatie dan alleen kunnen kiezen voor een claim o.b.v. de verordening, die wel expliciet ook van toepassing voor mensen met (alleen) een abonnement en zelfs het optellen van vertragingen in een abonnementsperiode toestaat?

Hoe kijken anderen tegen deze wijzigingen aan? Is dit een vooruitgang voor klanten van NS?

Ik ben erg benieuwd naar de uitkomst. Zou je iets meer willen vertellen?

Persoonlijk heb ik geen hoge verwachtingen van de geschillencommissie. Mijn ervaring is dat men “dejuridiserend” te werk gaat. Men gaat uit op basis van gevoel en redelijkheid en niet op basis van de letterlijke tekst van de wet. Heel wat jaren geleden was er hevige sneeuwval, konden er in de ochtend beperkt treinen rijden, in de middag en avond helemaal geen. Auto's konden wel op lage snelheid rijden. De spoorwegen deden niets (geen vervangend vervoer, geen overnachting). In de verordening is overmacht of slecht weer geen uitsluitingsgrond van bijstand. Strikt genomen moet dit onder elke omstandigheid moeten worden aangeboden. Hier had de commissie geen boodschap aan. De uitkomst was dat ik die dag maar thuis had moeten blijven. Wie het weerbericht zou volgen, had chaos kunnen voorspellen. Een normaal persoon zou het hiermee eens zijn maar strikt juridisch lijkt het niet te kloppen.


De leden van deze commissie zijn alledrie ook rechter dud op zich heb ik daar wel vertrouwen in. Ook in het recht klopt het wel dat rectvaardigheid en 'de geest van de wet' zwaar wegen in Nederland, ook als die soms afwijken van de letter van de wet. Dat is m.i. niet uniek voor de geschillencommissie.

Ik had geen update geplaatst omdat op de zitting weinig nieuws is gebeurd. NS heeft wel nog beaamd dat het Europese formulier wel degelijk een mogelijkheid biedt voor aanvragen van een vergoeding bij herhaalde vertragingen maar verder hebben we alleen de belangrijkste punten nog eens kort benoemd en had de commissie geen vragen meer.

De uitspraak zou ik binnen 8 weken thuis krijgen, dus als het goed is uiterlijk 26-11.


Wel herkenbaar inderdaad, dat de letter van de wet niet altijd leidend is. 


Zojuist ontving ik (digitaal) de uitspraak. Enigszins tot mijn verbazing en teleurstelling stelt de Geschillencommissie NS in het gelijk.

Belangrijkste punt hierin is m.i. dat de verordening niet zou hebben bedoeld verplicht te stellen dat meerdere korte vertragingen worden vergoed. NS wijst daarbij op het gebruik van het woord "mogen" in de tekst en op een verslag van een overleg in de Europese Raad waarin lidstaten hebben gesteld dat een systeem om dergelijke vertragingen vast te stellen te duur zou zijn.

Bovenstaande argument houdt blijkbaar toch stand in de ogen van de commissie.

"Indien die reizigers herhaaldelijk geconfronteerd worden met vertragingen of annuleringen tijdens de geldigheidsduur van de reispas of het abonnement, hebben zij recht op een passende vergoeding overeenkomstig de vergoedingsregelingen van de spoorwegonderneming" maar die voorwaarden mogen blijkbaar ook stellen dat alleen o.b.v. enkele langere vertragingen een vergoeding wordt betaald en deze reizigers dus nergens recht op hebben. En hoewel "Indien tijdens de geldigheidsduur van de reispas of het abonnement herhaaldelijk vertragingen van minder dan 60 minuten voorkomen, ,deze] (...) vertragingen emogen] worden samengeteld", is "mogen de reizigers worden vergoed overeenkomstig de vergoedingsregelingen van de spoorwegonderneming" geen verplichting.

Artikel 19 lid 2 van verordening (EU) 2021/782 is dus effectief betekenisloos. Immers mochten spoorwegondernemingen ook zonder verordening al vergoeden en verplicht dit lid ze blijkbaar niet dat daadwerkelijk te doen.

Ik vind nu pas een eerdere versie van (toen nog) het voorstel voor deze verordening waar hier "shall" staat in plaats van "may" dus hoewel NS alleen naar een mening van lidstaten in de procedure had verwezen, blijkt dit ergens inderdaad gewijzigd en lijken we daar dit betekenisloze wetsartikel aan over te hebben gehouden dat niets anders oplevert dan onduidelijkheid.


Bedankt dat je de ervaring met ons wilde delen. Gelukkig heeft dit geen nadelige gevolgen voor je. Je bent alleen het klachtengeld kwijt maar je hoeft niet op te draaien voor de juridische kosten van de tegenpartij. 

Helaas is er veel interpretatie mogelijk. Ook bij het onderdeel " eten en drinken " uit de verordening is lastig te claimen voor reizigers. 

Ik blijf nog steeds van mening dat het woordje "mogen" vanuit de reiziger moet worden gezien en niet vanuit de spoorwegen. Iedereen mag elkaar geld geven, daar is geen verordening voor nodig. Het doel is om de reiziger hoge bescherming te bieden. De reiziger is de zwakste schakel in de vervoersovereenkomst.


Ik heb al langer het idee, ook uit eigen ervaring, dat de geschillencommissie heel veel moeite heeft met uitspraken die een grotere impact hebben dan de case zelf. Wat dat betreft heb ik ze niet hoog zitten en is het zo af en toe wel een beetje een showproces. 


Zojuist ontving ik (digitaal) de uitspraak. Enigszins tot mijn verbazing en teleurstelling stelt de Geschillencommissie NS in het gelijk.

Komt deze uitspraak online? Ik zou hem graag zelf helemaal lezen.


Zojuist ontving ik (digitaal) de uitspraak. Enigszins tot mijn verbazing en teleurstelling stelt de Geschillencommissie NS in het gelijk.

Komt deze uitspraak online? Ik zou hem graag zelf helemaal lezen.

Volgens mij komen ze dat allemaal bij de Geschillencommissie, toch? Zelf kon ik hem alleen nog niet vinden dus ik denk dat dat nog even duurt.


Nee, de uitspraken van mijn zaken zijn nooit online gekomen. Een groot deel blijft onder de hoed.

Hoogstwaarschijnlijk zal deze specifieke uitspraak nooit online komen ……………...


Ik heb al langer het idee, ook uit eigen ervaring, dat de geschillencommissie heel veel moeite heeft met uitspraken die een grotere impact hebben dan de case zelf. Wat dat betreft heb ik ze niet hoog zitten en is het zo af en toe wel een beetje een showproces. 

Dat is eigenlijk standaard het geval bij rechters. De nadruk ligt heel sterk op het samenwerken en oordelen in lijn met eerdere uitspraken. ‘Redelijkheid en billijkheid’ is een belangrijk iets. ‘Wat heeft de wetgever beoogd met het invoeren van deze verordening?’ Je kunt je sterk afvragen of het de bedoeling is geweest om in geval van een weeralarm de spoorwegen voor duizenden reizigers hotels te laten regelen. 

Als de tekst is gewijzigd van ‘shall’ naar ‘may’ dan is dat een duidelijke aanwijzing dat geen verplichting is bedoeld. Dat die bepaling dan inhoudsloos is (je mag altijd vergoeden), is geen reden om een andere uitleg aan te nemen. Het gebeurt wel vaker dat wetsartikelen worden geschreven voor de beeldvorming.

Maar de frustratie van een verloren zaak is herkenbaar. Ik heb het pas zelf ook mogen ervaren. Een stuk van 20 pagina's werd door de rechtbank met twee (onjuiste) zinnen afgedaan. Hopelijk is hoger beroep succesvol.


Je kunt je sterk afvragen of het de bedoeling is geweest om in geval van een weeralarm de spoorwegen voor duizenden reizigers hotels te laten regelen. 

 

Het Europese Hof voor Justitie heeft bij luchtvaartreizigers bepaald dat er onder elke omstandigheid een hotel moet worden aangeboden. Ook bij slecht weer of andere overmacht. Mensen kunnen namelijk ook al onderweg zijn of willen starten aan hun terugreis. Men kan niet altijd thuis slapen.

http://curia.europa.eu/juris/document/document.jsf?text=&docid=133245&pageIndex=0&doclang=en&mode=lst&dir=&occ=first&part=1&cid=194684

Regionale treinkaartjes zijn natuurlijk goedkoper dan vliegtickets en mag je niet te veel verwachten om het betaalbaar te houden maar wie van Nederland naar Zuid-Frankrijk gaat is goedkoper met het vliegtuig dan met de trein.

 


Als de tekst is gewijzigd van ‘shall’ naar ‘may’ dan is dat een duidelijke aanwijzing dat geen verplichting is bedoeld. Dat die bepaling dan inhoudsloos is (je mag altijd vergoeden), is geen reden om een andere uitleg aan te nemen. Het gebeurt wel vaker dat wetsartikelen worden geschreven voor de beeldvorming.

Op zich mee eens hoor, alleen de rest van de tekst stelt wel dat je als reiziger ergens recht op hebt dus m.i. is dat tegenstrijdig als dit echt zo bedoeld is. En wettekst voor beeldvorming zorgt natuurlijk voor dit soort onduidelijkheid en m.i. had de wetgever dit lid dan gewoon weg moeten laten.


Reageer