Spoorwegen werden oorspronkelijk overal in de wereld aangelegd om goederen te vervoeren, het reizigersvervoer was bijzaak en vaak niet winstgevend. Omdat door de vele rivieren en kanalen in Nederland goederen echter goedkoper over het water konden worden vervoerd zijn er hier relatief weinig spoorlijnen aangelegd. Van die toch al relatief weinig spoorlijnen zijn er vervolgens in de periode tussen 1930 en 1950 ook nog eens behoorlijk wat opgedoekt. Het Nederlandse spoorwegnet is daardoor relatief klein vergeleken met andere landen met een vergelijkbare omvang en bevolking.  

Nieuwe spoorlijnen aanleggen gebeurt sinds de tweede wereldoorlog in Europa (en ook in de VS) nog maar weinig omdat de exploitatie meestal onrendabel is en er daardoor veel jaarlijkse subsidie nodig is. Autoverkeer is voor de overheid goedkoper omdat dat niet jaarlijks gesubsidieerd hoeft te worden, dus legt men liever autowegen aan.

In Azië (vooral in China en India) zijn de laatste decennia echter wel heel veel nieuwe spoorlijnen aangelegd. Japan is een apart geval, daar zijn de laatste 40 jaar erg veel spoorlijnen opgeheven maar ook behoorlijk veel nieuwe lijnen aangelegd.