Kortgeleden verscheen een kamerbrief van de staatssecretaris Steven van Weyenberg. Hij ging o.a. in op de versnelling van de Berlijn trein:
blz. 5,6 en 7:
IC Berlijn In november 2020 bent u geïnformeerd over de verbetering van de verbinding met Berlijn12, waarbij sprake is van een korte-, middellange- en lange termijn aanpak, conform de aangenomen motie Amhaouch van februari 201913 .
Voor de korte termijn, per dienstregeling 2021, rijdt NS inmiddels een aantal treinen tussen Amsterdam en Berlijn met 10 minuten reistijdwinst. Deze versnelling beperkt de ruimte op het spoor voor goederentreinen. Daarom kan deze versnelling alleen enkele keren per week op de meest populaire ritten worden gerealiseerd.
Voor de middellange termijn is de ambitie uitgesproken om per dienstregeling 2024 de Berlijntrein met een half uur te versnellen: van 6 uur en 22 minuten naar 5 uur en 50 minuten. Dit kan behaald worden door een combinatie van infrastructurele maatregelen, aanpassingen in de dienstregeling en aanschaf van nieuw materieel waarmee wordt aangesloten op het nieuwe en snellere treinpad in Duitsland.
Bij de verkenning van de infrastructurele maatregelen die ProRail begin 2021 is gestart – na besluitvorming in het BO MIRT van 2020 – is gebleken dat realisatie van de infrastructurele maatregelen een aantal jaren langer gaat duren. Voor de versnelling is het onder meer nodig dat station Oldenzaal een extra perron krijgt, er aanpassingen worden gedaan aan station Deventer en er maatregelen worden genomen op het baanvak Hengelo-Duitse grens waardoor de baanvaksnelheid omhoog kan van 125 km per uur naar 140 km per uur. Voor elke aanpassing moet een planologische procedure worden doorlopen. De eerdere geschatte doorlooptijd van 4 tot 5 jaar is bijgesteld naar 5 tot 9 jaar. Afhankelijk van de te kiezen maatregelen is realisatie nu voorzien tussen 2026 en 2030.
Versnelling op basis van het oorspronkelijke plan per dienstregeling 2024 is daarmee niet meer haalbaar. Dit is voor elk van de betrokken partijen een forse tegenslag op weg naar realisatie van de versnellingsambitie. Temeer omdat reeds was geconstateerd dat het een complexe puzzel is om in het samenspel van infrastructuur, dienstregeling en materieel tot de gewenste versnelling te komen en daarmee de gewenste snelheid op de Nederlandse deel van het spoor te behalen.
Ik heb ProRail gevraagd de genoemde planning voor de infrastructurele maatregelen nader uit te werken. Daarnaast zijn ProRail en NS inmiddels samen gestart om in kaart te brengen of en op welke wijze (een deel van) de versnelling per dienstregeling 2024 wél gerealiseerd kan worden, bijvoorbeeld door tijdelijke en/of gefaseerde oplossingen. Opnieuw wordt daarbij gekeken naar zowel oplossingen in de dienstregeling, de infrastructuur als het materieel. Ik zal uw Kamer over de uitkomsten van de verkenning en mogelijke scenario’s informeren wanneer deze beiden in het voorjaar 2022 gereed zijn.
Op basis hiervan zal ik een besluit nemen over de aanpak van de versnelling op middellange termijn. Hierbij zal ik eveneens meewegen dat de infrastructurele maatregelen ook waarde hebben voor verbetering van andere treindiensten en dat de huidige verbinding naar Berlijn aan beide zijden van de grens ook een nationale functie heeft. In dit perspectief kunnen de maatregelen nog altijd als no-regret worden gezien. Voor de lange termijn verbinding richting het Ruhrgebied en Berlijn (al dan niet met overstap) ben ik naast de versnelling over de bestaande route van de Berlijntrein gestart met de voorbereidingen voor een corridorstudie Utrecht - Arnhem-Duitsland. Hierbij worden ook regionale partners, vervoerders, ProRail en Duitse partners betrokken.
Op korte termijn start ik tevens met de uitwerking voor mogelijke versnelling van de verbinding naar Berlijn op langere termijn, via de corridor over Zwolle. In beide corridorstudies wordt de totale mobiliteitsopgave beschouwd, zowel de internationale als de binnenlandse opgave zoals weergegeven in de ontwikkelopgave van het Toekomstbeeld OV. Deze uitwerkingen worden benut om de benodigde beslisinformatie tijdig op tafel te krijgen voor beslissingen over het Toekomstbeeld OV gedurende de komende Ministerie van Inf rastructuur en Waterstaat Ons kenmerk I E NW/BSK-2021/284978 P agina 7 van 11 kabinetsperiode. Dergelijke verbeteringen zullen naar alle waarschijnlijkheid forse investeringen vragen van het komende of volgende kabinetten. Het is aan een volgend kabinet om te bezien of deze investeringen in verhouding staan tot de baten voor de nationale, internationale en regionale reizigers en/of het goederenvervoer.
Is hier uit af te leiden dat de levering van de Talgo Tracva locomotief en Talgo rijtuigen vertraging hebben? Zoals meerdere leveringen van treinen vertraging hebben. Zie ICNG.
Quote:
Hengelo-Duitse grens waardoor de baanvaksnelheid omhoog kan van 125 km per uur naar 140 km per uur.
Heeft snelheidsverhoging op een klein stukje veel nut? Of is het in combinatie met andere maatregelen zoals een betere rijpad op zowel het Nederlandse en Duitse spoortraject tussen Amsterdam - Hannover?
Quote:
Voor de lange termijn verbinding richting het Ruhrgebied en Berlijn (al dan niet met overstap) ben ik naast de versnelling over de bestaande route van de Berlijntrein gestart met de voorbereidingen voor een corridorstudie Utrecht - Arnhem-Duitsland. Hierbij worden ook regionale partners, vervoerders, ProRail en Duitse partners betrokken.
Lijk me pas interessant als de HSL Hannover - Bielefeld is aangelegd. Dat schijnt volgens de laatste berichten pas op zijn vroegst vanaf 2030 te zijn. Dan zal de route tussen Amsterdam - Berlijn via Utrecht, Arnhem, Duisburg, Bielefeld en Hannover sneller zijn t.o.v. de route via Bad Bentheim, Osnabrück en Hannover.
Quote:
Op korte termijn start ik tevens met de uitwerking voor mogelijke versnelling van de verbinding naar Berlijn op langere termijn, via de corridor over Zwolle
Alleen relevant en interessant als de Berlijn trein via Wierden - Nijverdal - Zwolle rijdt. Anders er is geen tijdswinst als het via Deventer en Zwolle rijdt. Betekent dat het spoor tussen Wierden - Nijverdal - Zwolle minstens tweesporig moet zijn op bepaalde gedeeltes. Of geheel tweesporig. Bijkomstigheid is dan dat er een snellere IC Enschede - Amsterdam Centraal via Zwolle, Lelystad en Almere kan rijden. Eventueel kun je een geïntegreerde IC verbinding Amsterdam - Hengelo (1 keer p/u) - Berlijn/Enschede maken.